Mijn foto's
Andere artikelen
Home
Contact

 VS

Massachusetts

 Een onervaren leaf peeper in de Berkshires

 

 

Fotografie & tekst: Paul Smit

Berkshires? Ergens in Zuid-Engeland misschien? Inderdaad is men er gek op traditie en geschiedenis en ogen de dorpen onamerikaans. Maar dit is wel degelijk de USA, het westen van Massachusetts. Een dichtbijbestemming voor New-Yorkers en Bostonians die rust-met-stijl zoeken. En het absolute mekka van de leaf peepers.

 

Het is avond als ik bij het Cranwell Hotel arriveer. Een Engels kasteel rijst sfeervol verlicht voor me op en al snel wordt ik omgeven door luxe. Op mijn kamer aangekomen gooi ik het venster open en probeer me in de duisternis de kleuren van de Indian Summer voor te stellen. Voor de herfst ben ik hiernaartoe gekomen, voor het goud en rood van de bladeren dat nergens ter wereld zo mooi is als in Massachusetts.

Vanachter de roomyoghurt met verse aardbeien in de ontbijtkamer zie ik de volgende ochtend tot mijn ontsteltenis slechts groen buiten. Zorgvuldig had ik drie maanden geleden de voorspellingen op internet bestudeerd en uitgebreid aan de telefoon gehangen van het Massachusetts Office of Travel and Tourism, een verkeersbureau met grote ervaring in herfstzaken. Maar ervaring kan het nog altijd afleggen tegen de onvoorspelbaarheid van het weer.

De eigenaresse van het hotel bevestigt: het leger van leaf peepers is nog niet in de Berkshires gearriveerd. Dat zijn de toeristen die op de herfstkleuren afkomen. Zij die niet van overzee arriveren en lang vooraf hun vlucht moeten boeken - zoals ik - volgen de herfst in real-time op het internet en vertrekken last-minute.

Er volgt een tweede ontluistering: pratend met de Amerikaanse gasten merk ik dat zij nog nooit van de Indian Summer gehoord hebben. Als ik uitleg wat het is zeggen ze "Ah, fall foliage!" Alleen Europeanen gebruiken de term Indian Summer, zo blijkt.

 Goed, ik ben dus een leaf peeper en te vroeg op zoek naar fall foliage. De hoteleigenaresse probeert me een riem onder het hart te steken. Het kan snel gaan met de kleuren, verzekert ze, en alle tekenen zijn gunstig. Want buiten heeft ochtendmist rijp op de golvende gazons en de loofbomen achtergelaten. En nachtvorst met ijsafzetting op de steeltjes van de bladeren is de ideale initiator van hun verkleuring.

De mist wijkt uiteen om plaats te maken voor een zomerse dag. Zal ik daar mijn stemming laten bederven door het ontbreken van najaarstinten? Bovendien vormen de Berkshires ook zonder herfst een kleurrijke streek. Buiten de Amerikaanse wereldsteden tref je namelijk nergens zoveel kunst en cultuur aan als juist hier.

 

 

© Norman Rockwell Museum

Het Norman Rockwell Museum blijkt de ideale bestemming om mijn humeur op te peppen. Hier zonder glimlach rondlopen is onmogelijk. In Europa hebben weinig mensen van Rockwell gehoord. En in Amerika is hij in kunstkringen tot voor kort verfoeid geweest, zoals bij ons Anton Pieck en Rien Poortvliet. Net als hen werkte hij keihard en was zijn werk bedoeld voor het grote publiek. Rockwell hield zich echter niet met dieren of sprookjessferen bezig, hij concentreerde zich op de grappig-anekdotische momenten in het leven van de Amerikaan. Door gedurende 47 jaar 322 covers van de The Saturday Evening Post te schilderen is hij voor de gewone Amerikaan een van de bekendste en meestgeliefde kunstenaars. Alle covers hangen in het museum en vormen, hoewel zij zich zelden met politiek of historische momenten bezighouden, een verbazend goede kijk op de Amerikaanse geschiedenis van het dagelijks leven, met altijd dat twinkeltje humor. Het zal niet verwonderen dat Steven Spielberg één van de meest enthousiaste verzamelaars van Rockwell's werk is. Als je goed op zijn films let kom je allerlei details uit de schilderijen tegen en vooral de sfeer.

Er is geen groter contrast denkbaar dan tussen het Rockwell Museum en het Massachusetts Museum of Contemporary Art, kortweg MASS MoCA, in North Adams. Hedendaagse kunst is bloedserieus, probeert te schokken, je met een schuldgevoel op te zadelen en is zo ontoegankelijk dat als je het snapt je je tot de elite van de kunstkringen mag rekenen - toch? Waarom dan loop ik, net als in het Rockwell Museum, met een glimlach van zaal naar zaal? Omdat de jongste Amerikaanse kunst domweg van levenslust getuigt. Neem de fabriekshal waarin zich een kunstwerk bevindt dat zo groot is als de hal zelf: "Überorgan". Gigantische orgaanachtige vormen monden uit in toeters waaruit lage basgeluiden klinken. Ze worden voortgebracht door pompen, aangedreven door een computer die een met de hand geschilderde pianorol aftast. Het is dus een muziekinstrument en als museumbezoeker loop je tussen zijn ingewanden rond, omgeven door wonderlijke melodieën. Dat trage getoeter als uit een dozijn Alpenhoorns heeft iets aanstekelijk-vrolijks, de handgeschilderde pianorollen vormen een subtiele verwijzing naar de 'ouderwetse' abstracte schilderkunst, het gezuig van de pompen schept de indruk van iets levends.

Terug bij de uitgang, buiten, is het opnieuw vrolijkheid die me overvalt. Het komt door de twee bomen die als eerste in de Berkshires hun herfstkleuren ontplooien. Eenderde van de passanten staat even stil bij de kleurenpracht om dan door te lopen. Zonder op te merken dat de bomen ondersteboven hangen. De wortelkluit bevindt zich in een grote bak met aarde op een meter of zes hoogte, de kruin groeit naar beneden. De bomen spreiden hun takken uit alsof er niets aan de hand is en dus is er voor sommige passanten evenmin iets aan de hand. Tot uiteindelijk de verraste uitroep klinkt: "Bill, look!

Een derde succes in de Berkshires is het Williamstown Theatre Festival in de zomer, waar de grote acteurs uit New York en Hollywood op af komen om er, nu eens niet omgeven door de grote stad en de stress, de sterren van de hemel te spelen. Ik bezoek restaurant Mezze in het centrum van het stadje, nog zo'n jong initiatief. Hip, met veel hout, simpele designmeubelen en een fantastische keuken. Tijdens het festival kun je hier gemakkelijk Gwyneth Paltrow of George Clooney tegenkomen. En hoewel het om een restaurant gaat komt het voor dat in de kleine uurtjes, wanneer het nog druk is, de tafels aan de kant gaan en Mezze in een dansvloer verandert.

Dans en vertier was er niet bij voor de bewoners van de Hancock Shaker Village. Toch stonden zij bekend om hun extatisch geschud: het shaken. Dat gebeurde echter in contact met god. Zij vormden een van de vele Christelijke secten die in het vruchtbare klimaat van de godsdienstvrijheid van het jonge Amerika tot bloei kwamen. Ze vormden een commune waarin alle bezittingen gedeeld werden. Sex was echter uit den boze. Zodoende waren ze voor groei op bekeringen aangewezen en dat wilde sinds de tweede helft van de twintigste eeuw niet best meer lukken. In 1960 sterft het dorp uiteindelijk een natuurlijke dood en wordt in een museum omgezet. Het interessantste aspect van het openluchtmuseum vind ik alles wat uit handwerk is voortgekomen. De zelfgemaakte huishoudelijke voorwerpen, meubels en landbouwvindingen. Wat wil je: het construeren van dingen was voor de Shakers een vorm van gebed.

Nooit geweten dat bidden zoiets schitterends kan opleveren als The Round Stone Barn. Het interieur is van een verrassend delicate schoonheid met zijn uitwaaierend net van houten balken. Weinig vee in de wereld zal zo aangenaam behuisd zijn geweest.

 

 

 

Het personeel van Old Sturbridge Village, een verder naar het oosten gelegen en aanzienlijk groter openluchtmuseum, is authentiek historisch gekleed en valt niet uit zijn rol in gesprekken met de bezoeker. De acteurs en ambachtslieden doen alsof zij niet anders weten dan dat het 1840 is. Dat levert natuurlijk leuke gesprekken op, vooral met kinderen. Een actrice in een van de huizen vraagt aan een jongetje wat hij komt doen. "Oh, we bestuderen de jaren 1850." "Aha, dus jullie houden je met de toekomst bezig! Gaat het soms over spoorwegen? Ik heb gehoord dat er rijtuigen bestaan die op een rails sneller bewegen dan 40 km/u. Dat is toch onvoorstelbaar!" Aan een groepje meisjes in korte zomerbroekjes vraagt ze geschrokken of hen een ramp overkomen is, een bosbrand misschien. "Jurken kwijt, het grootste deel van jullie ondergoed - wat erg! Ik kan wel even naar het domineeshuis lopen, we hebben hier namelijk kleren voor de armen ingezameld." Giechel, giechel. "Je hoeft je niet te trots te voelen, hoor, want ze verkeren nog in uitstekende staat!"

Vervelen doe ik mij dus niet, die eerste dagen van oktober. De herfst wil echter maar niet losbarsten. Ik neem de kabelbaan naar de Jiminy Peak, die door eindeloze wouden wordt omgeven. Ik wandel langs beboste meeroevers. Stuk voor stuk de plekken om te bezoeken als de herfst losbarst. Voor de toefjes geel en rood die ondertussen verschenen zijn komen de echte leaf peepers echter hun huis nog niet uit.

Uiteindelijk vertrekt mijn vliegtuig. Vanuit Boston stijgt hij landinwaarts op om in een halve cirkel noordwaarts terug naar de kust te vliegen. Terwijl ik het nieuws in de krant doorneem klinkt een stem uit de luidsprekers. "Ladies and gentlemen, this is your captain speaking. We hebben nu Massachusetts achter ons gelaten en vliegen boven New Hampshire, met aan uw linkerhand Vermont, de noordelijkste staat van New England. Ik benijd iedereen in het vliegtuig die daar zijn vakantie heeft doorgebracht, want een dergelijke herfstkleurenpracht zie je nergens anders in de wereld." Met een klap waarvan mijn buurvrouw heftig schrikt - 9/11 zit nog altijd vers in het geheugen - sla ik mijn krant dicht en kijk naar buiten. Onder een warme namiddagzon ontvouwt de Indian Summer zich in al zijn goud-met-rode pracht.

 

© Massachusetts Tourism

 

Elke reportage wordt geleverd met uitgebreide informatie. Voorbeeld

 


Mijn Massachusetts-reportages zijn verschenen in het tijdschrift REIZEN, het grootste reisblad van Nederland, en in de krant SP!TS.


terug naar boven